Waarom bomen op het land?

Hagen, bomenrijen, boomsingels en losse bomen in het weiland kunnen veel bijdragen aan de biodiversiteit. Maar er zitten ook landbouwkundige voordelen aan, én ze nemen veel CO2 op. Daarom werken Urgenda en LTO Nederland samen om boeren korting te geven op bomen en struiken. Hieronder vind je een lijst van  voordelen van het hebben van bomen en struiken op je land. 

Duurzame voedselproductie
Appels, peren, walnoten, pruimen, kersen, kastanjes en hazelnoten kunnen een mooie toevoeging vormen aan de productie van het agrarisch bedrijf. Bij een goed ontwerp (boomstroken in noord-zuid oriëntatie op het perceel) kan de combinatie van fruit- en notenbomen met akkerbouwgewassen, zorgen voor een hogere opbrengst van het perceel dan zónder bomen.

Windvertraging
Hagen, houtsingels en bomenrijen zorgen voor windvertraging. In open gebieden kan dit resulteren in 5% – 30% opbrengststijging in akkerbouwgewassen.

Veekering
Naast voeding bieden voederhagen en houtsingels ook de functie van veekering. De hagen en houtsingels die je via 1001ha kan bestellen bevatten allemaal ten minste één soort met doorns, zoals meidoorn, sleedoorn of lijsterbes.

Voeding voor vee
Zie kopje ”Diergezondheid”.

Gezondere bodem & nutriëntopname
Bomen en struiken zorgen voor een stabiele aanvoer van organisch stof, structuurverbetering, stikstofbinding, en bescherming tegen wind- en watererosie. Nutriënten die door de boom opgenomen zijn komen deels weer beschikbaar voor het gewas door bladval en vervolgens afbraak. Door diepere doorworteling van bomen en verhoogde organisch stof van de bodem worden nutriënten beter vastgehouden op het perceel, zodat ze niet verloren gaan (door uitspoeling of vervluchtiging). Ook water wordt beter vastgehouden door de bodem, wat kan meehelpen in periodes van hoge temperaturen. Zie ook kopje ”Bodem”.

In het algemeen geldt: des te hoger de geplande biodiversiteit, des te hoger de natuurlijk aanwezige biodiversiteit. Verschillende soorten bomen en struiken integreren in of langs je akker of weide draagt dus automatisch al bij aan de biodiversiteit.

In tegenstelling tot in een éénjarige gewasmonocultuur, kunnen bomen en struiken, samen met de permanente vegetatiestrook eronder, zorgen voor onverstoord leefgebied en bodem het hele jaar door. Er worden geen gewasbeschermingsmiddelen gebruikt en er vindt geen jaarlijkse grondbewerking plaats. Ook worden er ecologische niches en microklimaten gecreëerd doordat er verschillende vegetatielagen zijn. Dit alles maakt het aantrekkelijk voor veel soorten.

Agroforestry heeft een bewezen significant positief effect op biodiversiteit in gematigde klimaatzones. Uit onderzoek blijkt dat bomen en andere houtige gewassen de aantallen of soortendiversiteit verhogen van vogels, loopkevers, spinnen, nachtvlinders, dagvlinders, bijen en andere insecten, maar ook van kleine zoogdieren. Wilde bijen (en honignbijen) profiteren van de vele bloesems in bomen en voederhagen. Soorten als vuilboom (aanwezig in de voederhaagpakketten van 1001ha) hebben een rijke nectarproductie. Daarnaast zitten er in de voederhaag en houtsingels veel andere soorten die insecten, vogels en zoogdieren voedsel bieden: hazelnoten, eikels, bessen, nectar- en stuifmeel, etc. Daarnaast vormen ze belangrijke nestel- en schuilplaatsen voor veel dieren. Houtsingels, bomenrijen en voederhagen spelen bovendien een belangrijke rol als verbindende corridors die verplaatsing van flora en fauna door het landschap mogelijk maken. Vleermuizen bijvoorbeeld vliegen graag langs lijnvormige elementen in het landschap. Ten slotte neemt de bodembiodiversiteit ook toe: Langs bomen worden vaker meer verschillende soorten van pissebedden, duizendpoten, regenwormen, bodemschimmels en meer micro-biotische activiteit gevonden.

Bomen en struiken dragen bij aan het zuiveren van de lucht, het verminderen van klimaatverandering door koolstofvastlegging, en het dempen van temperatuur extremen. Bomen en struiken filteren de lucht door via huidmondjes van bladeren gassen als stikstofoxiden en ozon op te nemen en om te zetten in biomassa. Met name loofbomen met platte en brede bladeren nemen veel op. Met fijnstof werkt het iets anders: dit slaat neer op de bladeren en takken en spoelt met het regenwater mee de bodem in.

Omdat bomen en struiken meerjarig zijn kan langdurige koolstofopslag worden gewaarborgd. Daarnaast zorgen tak- en bladafval, wortels, wortelafscheidingen en organismen voor hogere koolstofopslag in de bodem. Bomen slaan gemiddeld 25 kg CO2 per jaar op in bodem en biomassa.

Bomen hebben een grote invloed op de bodemstructuur en bodemvruchtbaarheid door bladval en doorworteling. Boomwortels nemen mineralen op uit diepere lagen die via bladval in de bovenste bodemlaag terechtkomen (nutriëntenpomp). Dit komt de bodemkwaliteit, en dus de grasproductie ten goede. Goed verteerbaar blad verhoogt de activiteit van bodemleven, verbetert de bodemkwaliteit verbetert en verhoogt het organischestofgehalte. Regenwater kan dan beter infiltreren en vocht langer vasthouden om hoosbuien en droogte op te vangen. Tot slot zorgt de combinatie van bomen, gewassen
en de diverse samenstelling van kruiden in de
boomstroken voor een meer robuust
ondergronds schimmelnetwerk. 

Voederhagen kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan het rantsoen van koeien. Bladeren en twijgen hebben namelijk een andere mineralensamenstelling dan grassen en kruiden. Hazelaar, meidoorn, berk, hulst, zomereik, vlier en lijsterbes zijn voorbeelden van voederstruiken. Er zijn aanwijzingen dat vee doet aan zelfmedicatie: ze selecteren plantenstoffen (mineralen, sporenelementen, andere inhoudsstoffen) om ziekten te voorkomen en te behandelen. Zo versterken tannines, die in de bladeren van enkele soorten in de voederhaag zitten, het immuunsysteem en remmen ze maagdarmwormen. Rond afkalven eten koeien veel wilg: wilg bevat salicylzuur (pijnstillend, ontstekingsremmend).

Omdat boomwortels werken als een nutriëntenpomp, dragen bomen ook indirect bij aan het rantsoen van de koe via de bodem.

Voederhagen bieden ook schaduw. De voeropname van hoogproductief melkvee neemt af bij hittestress, wat vermindert als het vee toegang heeft tot schaduw.

BRONNEN

1. Wageningen Universiteit & Research, Louis Bolk Instituut en Platform Natuurinclusieve Landbouw Gelderland. Factsheet Houtwal 2.0:

  1. Voederbomen en bodem. https://edepot.wur.nl/659839 
  2. Klimaatmitigatie en luchtzuivering https://edepot.wur.nl/659837  
  3. Biodiversiteit maximaal https://edepot.wur.nl/659840 


2. Wageningen University & Research. PPS Agroforestry Factsheets: 

  1. Agroforestry, wat levert het financieel op? https://edepot.wur.nl/507628
  2. Biodiversiteit vergroten, hoe doe ik dat? https://edepot.wur.nl/495298
  3. Kijk hier voor alle andere WUR factsheets over agroforestry.


Over de opbrengst van specifieke boomsoorten kan je meer informatie vinden in de rekentool van Stichting Voedselbos.